
Hieronder staat beschreven hoe je in de huisartsenzorg kunt werken met Positieve Gezondheid.
- Vraag de patiënt om het Spinnenweb Positieve Gezondheid in te vullen
Zorg voor een goede introductie van het instrument en het ‘andere gesprek’. Vraag of de patiënt openstaat om op een andere manier naar zijn/haar gezondheid te kijken. Gezondheid is veel breder dan alleen de lichamelijke kant. Belangrijk dat de patiënt voelt dat hij/zij er baat bij kan hebben om het Spinnenweb in te vullen. Bijvoorbeeld: “Als ik naar de afgelopen periode kijk, heb ik niet het gevoel dat onze gesprekken veel opleveren voor u. Hoe ziet u dat? Zullen we het eens over een andere boeg gooien? We kunnen samen kijken naar andere mogelijkheden of misschien zien we zaken over het hoofd.”
Komen ze niet terug met het formulier; vraag gerust naar mogelijke belemmeringen en vul evt. het formulier/digitaal ter plekke alsnog (samen) in. Of gebruik de korte versie met 6 vragen in de blauwe huisartsenfolder. Of stel de vraag: “Als je je leven een cijfer zou mogen geven van 0-10, welk cijfer zou dat dan zijn? Wat maakt dat het een … (cijfer) is?”
Invullen van het instrument kan digitaal of op papier. Er zijn versies voor volwassenen (normaal en eenvoudig), kinderen en jongeren. De digitale versies en de eenvoudige versie lenen zich het beste voor het zelfstandig invullen buiten het spreekuur.
- Voer ‘het andere gesprek’ met de patiënt
Doel van het ‘andere gesprek’ is het bevorderen van inzicht in het eigen welbevinden en van zelfregie en veerkracht.Er hoeft niets opgelost te worden.
Luister en ben met je volle aandacht aanwezig. Probeer niet teveel ‘in je hoofd te zitten’ en te bedenken waar je naartoe wil of wat je volgende vraag wordt. Stel af en toe een open vraag, om te verdiepen op wat er komt. Volg daarbij de patiënt en maak er geen ondervraging van. Stel één vraag tegelijk en geef de ruimte om na te denken over het antwoord. Leun letterlijk achterover en werk met de kracht van STILTE.
Stuur bij als mensen veel praten of afdwalen, om te voorkomen dat het gesprek onnodig lang duurt en meer verwarring dan helderheid brengt. Breng voor hen structuur aan door af en toe samen te vatten en een vraag te stellen die het gesprek terugbrengt op hoe het men hen gaat en wat zij daarin eventueel willen en kunnen veranderen.
Zorg dat het gesprek krachtgericht is en niet probleemgericht. Laat de patiënt voor zichzelf een positief doel (wens) formuleren en help met inzicht in wat dat kan opleveren? Besteed aandacht aan (veer)kracht en wat eerder WEL heeft gewerkt. Waak voor het te aanreiken van oplossingen. Laat de patiënt zelf komen met suggesties.
Het Actiewiel kun je als gespreksleidraad hanteren. De gekleurde bollen staan voor fases in het ‘andere gesprek’. Je hoeft niet alle fases in één gesprek te doorlopen. De fases ‘Hoe gaat het nu?’ en ‘Wat wil je?’ doorlopen in een eerste gesprek is al heel mooi.
Bron: iPositive Health
Hoe gaat het nu?
Je hoeft dus niet alle punten van het spinnenweb te doorlopen en geen oordeel te geven over het ingevulde Spinnenweb. Het is geen uitslag! De patiënt bepaalt waar hij/zij het over wil hebben. Het Spinnenweb(formulier) mag dus voor de patiënt op tafel liggen. Belangrijk om de patiënt direct bij aanvang van het consult meteen de eigen regie te geven.
Start laagdrempelig bijvoorbeeld met:
- Hoe was het om het Spinnenweb in te vullen?
- Wat viel je op?
- Waar ben je tevreden over?
- Waar zou je het met mij over willen hebben naar aanleiding van je Spinnenweb?
Laat de patiënt zoveel mogelijk aan het woord. Neem de tijd, maak verbinding, werk met stiltes en stel waar nodig open vragen.
Realiseer je dat patiënten niet altijd meteen op tafel leggen waar ze het over willen hebben. Vaak komt er eerst iets dat wel speelt, maar niet het belangrijkst is. Iets dat wat makkelijker is om te vertellen. Vraag daarom door: “Is er nog meer wat opgevallen is en waar je het over wil hebben?” Totdat er niets meer komt.
Als je niet met het Spinnenweb werkt, kun je als alternatief de vraag stellen: “Als je je leven een cijfer zou mogen geven van 0-10, welk cijfer zou dat dan zijn? Wat maakt dat het een … (cijfer) is?” of “Wat zou ik van jou moeten weten om een goede hulpverlener voor je te zijn?”
Wat wil je?
Vervolgens kun je gaan verkennen wat de patiënt wil en waarom met vragen als:
- Wat geeft jouw leven betekenis?
- Wat is echt belangrijk voor je?
- Wat wil je?
- Waarom? Wat kan het je opleveren?
- Bij ambivalentie: Hoe gemotiveerd ben je op een schaal van 0-10? Wat maakt dat het niet hoger is (redenen om het niet te doen)? Wat maakt dat het niet lager is (reden om het wel te doen)?
- Bij lage motivatie: Wat kan je motivatie vergroten?
Onze ervaring vanuit het beluisteren/bekijken van talloze opnames van huisartsen en praktijkondersteuners is dat deze fase vaak wordt overgeslagen of te weinig aandacht krijgt. Met als gevolg dat het gesprek niet echt iets oplevert. Intrinsieke motivatie van de deelnemer in de vorm van een positief doel en een beeld of gevoel wat dat hen kan opleveren is essentieel om hen in de volgende fase in mogelijkheden te laten denken.
Wat kun je?
Als er nog tijd is, of in een volgend gesprek, kun je ingaan op de wijze waarop invulling gegeven kan worden aan de wens met vragen als:
- Wat heb je eerder gedaan wat gewerkt heeft?
- Welke kwaliteit zet je in als je het moeilijk hebt?
- Waar krijg jij energie van?
- Hoe hou je het vol?
- Wat of wie kan je helpen?
Voorkom dat je gaat oplossen en adviseren. Kijk of de patiënt zelf met ideeën kan komen. Komen die niet, dan kun je vragen om daarover na te denken en hierop terug te komen bij een volgende afspraak.
Wat besluit je?
- Wat kan een eerste (kleine) stap zijn, die je deze week al kunt zetten?
- Hoe ga je deze stap zetten? Wat kun je zelf? Wat heb je nodig van anderen?
- Hoe groot is het vertrouwen dat het gaat lukken op een schaal van 0-10? Wat maakt dat het een x (cijfer) is?
- Bij laag vertrouwen: Hoe zou je dat vertrouwen kunnen vergroten?
- Maak gebruik van de vragen in de paarse bol om te anticiperen op belemmeringen die je verwacht: Wat maakt dat je het niet gaat doen? Wat heb je nodig om het toch te doen?
- Bepaal het vervolg
Sluit af met een duidelijke afspraak over wat de patiënt gaat doen en wanneer je hier met elkaar op terugkomt. Laat dit formuleren door de patiënt zelf.
Mocht een patiënt een veranderwens hebben benoemd op het gebied van welzijn of leefstijl, en behoefte hebben aan verdere ondersteuning, dan hoeft dat niet altijd binnen de huisartsenpraktijk geboden te worden. Zeker als dit om langdurige en tijdrovende begeleiding vraagt of als er bijzondere kennis of (coach)vaardigheden voor nodig zijn. In steeds meer gemeentes zijn er initiatieven die patiënten verder kunnen helpen met meer energie, kleur in hun leven en veerkracht. Denk aan welzijnscoaches, zelfhulpnetwerken en leefstijlcoaches. Maak hier gebruik van, zodat de patiënt goed ondersteund wordt bij zijn/haar veranderproces en je ruimte in je praktijk creëert.